Van 22 tot en met 26 maart organiseert IT=Alkmaar de eerste Alkmaarse IT-Week. Het is een week vol met webinars en inspirerende talks. Een week waarbij je kennis kunt maken met de Alkmaarse IT-bedrijven. Daarnaast is het een week waarin we veel aandacht besteden aan onze Cutting Edge Locals. Wie zijn deze lokale pioniers?
Een daarvan is Yordi Verkroost, hij is developer bij Betty Blocks en in zijn vrije tijd leert hij kinderen de basisbeginselen van het programmeren. Yordi is mentor bij CoderDojo, hoog tijd om hier wat vragen over te stellen!
Hoe ben je bij de CoderDojo terechtgekomen?
Informatica is overal om ons heen, ook op plekken waar je het totaal niet verwacht. Ik vind het leuk om dit te laten zien aan kinderen en jongeren. Kennis overbrengen op de volgende generatie is iets wat ik sowieso graag doe. Dat doe ik bij de atletiekvereniging waar ik al heel wat jaren rondloop en sinds mijn zestiende ook training geef, tijdens mijn opleiding Computer Science was ik student-assistent en al snel nadat ik mijn diploma behaalde ben ik opnieuw gaan rondkijken naar de mogelijkheden. Online kwam ik toen CoderDojo tegen en dit past helemaal in mijn straatje.
Wat is de CoderDojo?
De term dojo komt uit de vechtsport, hij wordt bijvoorbeeld bij karate gebruikt. Een dojo is een zaal waarin je kunt oefenen, met zachte matten die een val kunnen breken. Dit zelfde principe passen we toe in de CoderDojo. Het is een plek waar je kunt oefenen, proberen en testen, zonder problemen te veroorzaken. In de CoderDojo leren jonge mensen, tussen de 7 en 17 jaar, alle basisbeginselen van programmeren en dit doen we dus vooral spelenderwijs.
Normaal gesproken organiseren we onze bijeenkomsten in de bibliotheek, maar op het moment kunnen we niets live op locatie doen. Gelukkig zijn er online ook veel mogelijkheden. We werken bijvoorbeeld in Scratch, dit is een visuele manier van programmeren. De kaders en voorwaarden zijn al voor je vastgelegd, je moet alleen nog de flow controleren en laatst hebben we Machine Learning geïntroduceerd. Als we offline samenkomen kunnen we ook wat meer doen met arduino’s of bijvoorbeeld kleine robots programmeren.
We merken dat er nog steeds veel animo is voor de bijeenkomsten. De online sessies zitten altijd vol, naast een vaste harde kern komen er continu nieuwe kinderen bij die graag eens mee willen kijken en aan de slag willen gaan met programmeren en computers.
Jij hebt zelf Computer Science gestudeerd. Wat heeft jouw studiekeuze beïnvloed?
Ik heb zelf op het Jan Arentsz gezeten en daar was Informatica een vak zoals het hoort te zijn. Soms hoor je nog wel eens dat scholieren bij informatica met Excel bezig zijn, maar bij ons gingen de lessen echt over netwerken, hardware, veilig opslaan van data en we leerde de basis van het programmeren. Daardoor kreeg ik een goed beeld van het vak en de mogelijkheden. In de onderbouw kreeg iedereen de basis tijdens deze vakken en in de bovenbouw was het een keuzevak. Omdat ik al een goed beeld had van de mogelijkheden heb ik daarvoor gekozen. Na de middelbare school was Computer Science toen een vrij logische stap.
In de IT-sector is er een continue zoektocht gaande naar talent en nieuwe collega’s. Wat kunnen we in Alkmaar nog doen? Welke kansen liggen er nog?
Begin bij de kinderen. Als je kinderen al in een vroeg stadium de basis kunt aanleren en enthousiast kunt maken voor het vak, weet je zeker dat er in de komende generaties genoeg programmeurs zitten. Een voorbeeld is de CoderDojo, maar ook Marco van Schagen met zijn Junior IOT bus. Daarnaast zien we ook steeds vaker dat organisaties workshops geven op scholen of aanhaken bij een initiatief zoals Girls’ Day.
Informatica kun je spelenderwijs leren en is overal om ons heen. Het robotje dat je in groep acht programmeert kan tien jaar later misschien wel de basis vormen voor werkzaamheden aan de volgende generatie Tesla’s of zelfsturende auto’s.
Er ligt een kans door programmeren en de mogelijkheden beter zichtbaar te maken bij een jonge doelgroep, zodat je het zaadje plant voor later.
En dan toch nog even kort over Alkmaar. Wat is zo fijn aan werken in de Alkmaarse IT-sector?
Het is lekker dichtbij. Ik werkte hiervoor in Zaandam, maar een baan in Alkmaar is toch wel heel fijn. Het is nu tien minuten op de fiets van deur tot deur. Er komen steeds meer IT-gerelateerde bedrijven bij in de stad, het heeft een versterkend effect wat ook weer nieuwe bedrijvigheid in andere sectoren aantrekt. Alkmaar is een fijne stad omdat het niet te groot is, het voelt meer familiar in plaats van de anonimiteit die je in een stad zoals Amsterdam hebt. Maar tegelijkertijd is het geen dorp. Het zit er precies tussenin.
Als de maatregelen versoepelt worden, waar kunnen we je het eerste verwachten?
Een proeflokaal, zoals De Boom, De Kleine Deugniet of de Scrapyard. In ieder geval een plek waar ze een gevarieerd aanbod aan biertjes hebben, waar je van alles kunt proberen en tegelijkertijd gezellig zit en een goed gesprek kunt voeren.